Huurders zijn steeds positiever over de invloed die zij hebben op het beleid van hun woningcorporatie. Dat geldt ook voor de communicatie met de corporatie. Opvallend is dat de tevredenheid bij huurders van kleine corporaties aanzienlijk groter is dan bij huurders van grote corporaties. Dat blijkt uit een analyse van de resultaten van 355 visitaties in de periode 2014-2018 door de Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland.
Visitatie: huurders aan het woord
In een maatschappelijke visitatie onderzoekt een onafhankelijke commissie het presteren van een woningcorporatie over de afgelopen vier jaar. Ook huurders krijgen de gelegenheid zich uit te spreken. Zij beoordelen de corporatie op drie onderwerpen: (1) de maatschappelijke prestaties van de corporatie, (2) relatie en communicatie en (3) de huurdersinvloed op het corporatiebeleid.
Een analyse van 355 visitatierapporten (2014 t/m 2018) laat zien dat huurders over het algemeen behoorlijk tevreden zijn over het functioneren van hun woningcorporatie. In 2014 waardeerden ze dat al met gemiddeld een 7,0, in 2018 is die waardering gestegen naar een 7,3.
Waardering maatschappelijke prestaties stabiel
Het huurdersoordeel over de maatschappelijke prestaties van de corporaties is redelijk stabiel gebleven (7,1 → 7,2). Het overgrote deel van de corporaties (83%) krijgt van de huurders een 7 of hoger. Ook op elk van de inhoudelijke velden (huisvesting primaire doelgroep, bijzondere doelgroepen, kwaliteit woningen, investeringen en kwaliteit wijken) scoren corporaties gemiddeld een ruime voldoende.
Relatie en communicatie aanzienlijk verbeterd
De relatie en communicatie met de corporatie is in de ogen van huurders duidelijk verbeterd. In 2014 was het huurdersoordeel gemiddeld een 7,0, sindsdien is dat gestegen tot een 7,6 in 2018. Bijna de helft (48%) van de corporaties krijgt van de huurders een 8 of hoger.
Corporaties waarmee een goede relatie bestaat, blijken proactief in de communicatie, goed bereikbaar (zowel fysiek als online) en coöperatief. Huurders merken dat er echt naar hen geluisterd wordt en dat de corporatie bereid is om mee te werken aan oplossingen. Veelgehoorde kritiek op corporaties die minder goed scoren betreft een te afstandelijke wijze van communiceren, het (te) laat geven van informatie en een reactieve houding.
Grootste verbetering: invloed op het corporatiebeleid
Over het algemeen zijn huurders behoorlijk tevreden over de mate waarin ze invloed hebben op het beleid van de corporatie. 70% van de corporaties krijgen hiervoor een 7 of hoger. Hier is de grootste verbetering zichtbaar: van een 6,5 in 2014 naar een 7,3 in 2018.
Huurdersorganisaties waarderen het als zij volwaardige partij aan tafel zitten en als zij gedurende het jaar regelmatig betrokken worden bij de ontwikkeling en de evaluatie van het corporatiebeleid. Zeker als blijkt dat de inbreng vanuit de huurdersorganisatie echt wordt gebruikt. Huurdersorganisaties zijn ook realistisch: niet alle adviezen hoeven te worden opgevolgd, zolang de corporatie maar onderbouwt en uitlegt waarom ze bepaalde keuzes maakt.
Kleine corporaties staan dichter bij hun huurders
Opvallend is dat kleine corporaties door hun huurders beduidend beter worden beoordeeld dan de grote corporaties. Waar de kleine corporaties (XXS en XS: < 2.000 vhe) gemiddeld een 7,3 scoren moeten de grote corporaties (L, XL: > 10.000 vhe) het doen met een score onder de 7. Dit patroon zien we bij elk van de drie onderdelen.
Bij kleine corporaties waarderen huurders de korte lijnen met de corporatie en de persoonlijke benadering. Grote corporaties blijken vaak lastiger benaderbaar, de communicatie verloopt minder makkelijk. Overigens is er de afgelopen jaren wel een positieve ontwikkeling zichtbaar bij met name de grootste corporaties (XL); de huurderswaardering neemt toe.
Actief gewerkt aan verbetering
Uit de visitatierapporten van 2018 blijkt dat corporaties de verbeterpunten uit de vórige visitatie (2014) over het algemeen actief hebben opgepakt. Huurdersorganisaties voelen zich nu meer serieus genomen en bij de beleidsvorming betrokken. Vooral op het gebied van de tijdigheid en de volledigheid van de aangedragen informatie valt nog het een en ander te winnen.
Jos Koffijberg, directeur SVWN: “De visitaties laten zien dat het met de relatie tussen corporaties en huurders de goede kant op gaat. Er worden volop nieuwe vormen van huurdersbetrokkenheid uitgeprobeerd, al ligt het initiatief vaak nog bij de corporatie. Waarom is er bijvoorbeeld nog geen ‘Tripadvisor’ voor de corporaties, een onafhankelijk digitaal platform om je waardering te geven? Hier kan de sector best nog wat leren van de zorg (ZorgkaartNederland)."
Paulus Jansen, directeur Woonbond : “Het is mooi dat de waarderingsscores van de huurders de laatste jaren oplopen. De maatschappelijke verankering van de corporaties aan de kant van de huurders lijkt duidelijk verbeterd. Daarbij is de Woningwet 2015 ongetwijfeld een stimulans geweest. De corporaties die op onderdelen onvoldoende scoren raad ik aan om in samenwerking met hun huurdersorganisatie een breder huurdersonderzoek te laten uitvoeren, dat kan ze helpen om hun zwakke punten te verbeteren.”